Schubert: Die schone Mullerin
Ian Bostridge, Saskia Giorgini
Componist | Franz Schubert |
Label | Pentatone |
Aantal | 1 |
Sku | 0086775PTC |
EAN | 827949077562 |
€21,99
Incl. btw
- In backorder
- Voor de mooiste klassieke muziek...
- ....ga je naar KLASSIEK.NL
- Gratis verzending vanaf € 25,00
- Passie voor klassieke muziek!
Beschrijving
Die Schöne Müllerin
Toen Ian Bostridge nog een puber was, leerde hij door Die schöne Müllerin Schubert kennen. Ze zouden vrienden voor het leven worden. Bijna een kwarteeuw geleden nam de Engelse tenor de liederencyclus al voor het eerst op. Nu hij 55 is, keert hij ernaar terug, samen met de ItaliaansNederlandse pianiste Saskia Giorgini.
In de beeldvorming is Ian Bostridge vooral vergroeid met Schuberts Winterreise. Hij heeft die tientallen keren op recitals gezongen en driemaal opgenomen, meegewerkt aan een verfilming en zelfs een boek erover geschreven: Schubert’s Winter Journey: Anatomy of an obsession (2015).
Bostridge zegt dat Die schöne Müllerin het werk van een veel jongere kunstenaar lijkt. Het is nu eenmaal niet een van de mythische composities uit de laatste fase van Schuberts leven. ‘Maar hier is het wel allemaal begonnen,’ zegt hij, ‘de buitengewoon vroegrijpe emotionele diepgang van een componist van in de twintig, die liefde en dood verenigt met meesterlijke subtiliteit.’ Vergeet niet dat Schubert aan deze cyclus begon, toen hij in het ziekenhuis lag. Er was syfilis bij hem geconstateerd, wat destijds gelijkstond aan een doodvonnis.
De gedichten van Wilhelm Müller vertellen over een jongen die door het land trekt en gaat werken in een molen. Daar raakt hij tot over zijn oren verliefd op de dochter van de molenaar. Als zij voor een ander kiest, vervalt de jongen in melancholie. Uiteindelijk verdrinkt hij zich in de beek, die ervan getuige is hoe de verliefdheid langzaam maar zeker omslaat in verdriet en wanhoop.
Aan het begin lijkt het leven de molenaarsknecht nog toe te lachen. Maar bij Bostridge klinkt dan al een zekere verbetenheid door, een neurotische toon, die in het tragische verloop van twintig liederen steeds obsessievere trekken zal krijgen.
In 2005 met Mitsuko Uchida aan de piano was Bostridge nog extremer. Het kwam hem op kritiek te staan dat hij veel te ver ging door de felheid van het leven uit te drukken met een opgevoerde dramatiek en extreme tempo’s, met overdreven gezucht en gesteun. Zo’n tien jaar daarvoor was het nog anders toegegaan in zijn eerste opname van de cyclus, samen met Graham Johnson in diens vermaarde Schubertserie voor Hyperion. Daarin trok eerder de schoonheid van zijn stem de aandacht dan een geprononceerde interpretatie.
Anno 2020 lijkt Bostridge een gulden middenweg gevonden te hebben. Hij hoeft nu niet tot het uiterste te gaan om te overtuigen, overigens zonder aan felheid in te boeten. De donkere kleuren in de lage regionen komen nu meer als vanzelf. De hoogte heeft wel iets aan glans verloren, maar zijn stem bezit nog steeds een verleidelijke schoonheid.
Als het om pianopartners gaat, is Bostridge allesbehalve monogaam. Graham Johnson, Mitsuko Uchida, Leif Ove Andsnes, Antonio Pappano, Julius Drake, Thomas Adès: zij hebben hem allemaal begeleid. Saskia Giorgini hoort thuis in dit illustere gezelschap. Meteen al in het eerste lied laat ze de pianopartij niet kabbelen als een lieflijk beekje, maar sleurt ze de luisteraars mee in een woest kolkende bergstroom. Dwingend en overweldigend. In dit opzicht hebben zanger en pianist elkaar gevonden.