J.S. BACH, TANEYEV: INVENTIO

Beschrijving

Johann Sebastian Bach (1685-1750) schreef zijn 2-stemmige Inventies en 3-stemmige Sinfonia's voor een klavierinstrument, gecomponeerd voor de muzikale opvoeding van zijn familie, in eerste instantie om de techniek van zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann te verbeteren.  Deze zuiverheid en dichtheid van de muziek, gedistilleerd in een abstracte lijnen, nodigde uit tot talrijke arrangementen vanaf de negentiende eeuw, waardoor de Inventionen en Sinfonia's in veel verschillende bezettingen konden worden uitgevoerd. Bach zelf, een fervent hergebruiker en bewerker van zowel zijn eigen als andermans composities (denk bijvoorbeeld aan zijn bewerkingen van muziek van Vivaldi, Marcello en Albinoni) zou waarschijnlijk geen bezwaar hebben gehad tegen deze talrijke 'vertalingen' van zijn muziek. Deze opname presenteert een ongebruikelijke versie van de tweestemmige Inventionen voor twee violen, gearrangeerd door de vertolkers Yulia Berinskaya en Valentina Danelon zelf, waar Bachs doel om 'een cantabile speelstijl' na te streven door de onafhankelijkheid van de partijen, op bewonderenswaardige wijze wordt bereikt in de natuurlijke expressiviteit van de twee snaarinstrumenten. De driestemmige Sinfonia's werden bewerkt voor twee violen en altviool door Ferdinand David (1810-73). Hij was niet alleen een van de meest vooraanstaande violisten van zijn tijd, maar had ook - en dat is het belangrijkste - zeer nauwe banden met Felix Mendelssohn, en was dus sterk betrokken bij de vroeg negentiende-eeuwse 'Bach-renaissance', die hem inspireerde tot het arrangeren van verschillende Bach-werken. Niet alleen zijn de werken die voor deze opname werden gekozen voor dezelfde instrumenten bestemd, maar ook is de combinatie van Bach en Sergej Ivanovitsj Tanejev (1856-1915) een logische: Taneyev werd door Tsjaikovski liefkozend de 'Russische Bach' genoemd vanwege zijn diepgaande kennis en deskundige toepassing van de kunst van het contrapunt. Deze opname presenteert zijn prachtige Strijktrio voor 2 violen en altviool op. 21. Met oprechte genegenheid en warmte gespeeld door Yulia Berinskaya, Valentina Danelon en Anna Serova, die alledrie een bloeiende internationale carrière nastreven.